Angsten en piekergedrag komen veel voor bij mensen met autisme. Ervaar jij ook vaak angstgevoelens?
Angsten bij autisme
Veel mensen met autisme ervaren angsten. Dit kan sociale angst zijn, faalangst, angst om fouten te maken, angst voor veranderingen, angst om er niet bij te horen, verlatingsangst, etc. Het brein van personen met autisme is nu eenmaal gevoeliger voor angsten, sombere gedachten en negatief doemdenken. Vaak angstig zijn kan je belemmeren in je verdere ontwikkeling en je blokkeren in situaties waar er juist iets van je verwacht wordt. We gaan in dit blog diverse soorten angsten eens verder onder de loep nemen.
Sociale angst
Sociale angst is een van de meest voorkomende angsten bij autisme. Je angstig voelen in de omgang met anderen en hoe je je moet opstellen en gedragen. Zal je wel voldoen aan de verwachtingen en stel dat je iets geks zegt of niet goed overkomt? Hier zit vaak nog een gevoel onder dat je niet geaccepteerd zult worden, dat ze je vreemd vinden of dat je anders dan anderen bent. Ook speelt de sociale communicatie hier vaak een rol bij. Wat moet je nou precies zeggen om een gesprekje aan te gaan of vol te houden? In de omgang met anderen zal je je bij sociale angst vaak gespannen voelen of je houdt sociaal contact toch liever zo veel mogelijk af.
Angst voor communicatie
Een deel van de mensen met autisme ervaart angst in de communicatie met anderen. Soms kan de communicatie ook weerstand oproepen, waarbij iemand communiceren dan ook zo veel mogelijk uit de weg gaat of gewoon heel weinig zegt. Dit kan enerzijds zo zijn, omdat iemand niet de juiste woorden kan vinden om iets uit te drukken. Ook kan het zijn dat iemand bang is om niet uit zijn woorden te komen, te gaan hakkelen of de verkeerde dingen te zeggen. Anderzijds omdat ze situaties vaak meer rationeel benaderen en niet weten hoe ze hier gevoelsmatig op moeten reageren of daar gewoon niets bij voelen. Instinctief weet je dan al dat anderen dat ‘raar’ vinden, dus ga je de communicatie maar meer uit de weg.
Lees meer over communicatieproblemen bij autisme.
Angst voor veranderingen
De meeste mensen met autisme houden niet van veranderingen en zien het liefst dat alles bij het oude blijft. Vooral onverwachte adhoc veranderingen die ze niet zien aankomen kunnen veel spanning, frustratie en stress veroorzaken. Snel schakelen is dan best lastig. Hoe groter de impact van een verandering, hoe meer stress, angst of zelfs paniek het kan veroorzaken.
Naar mate iemand hierin groeit, kan iemand wel leren hier flexibeler mee om te gaan. Het punt is dat veranderingen er nu eenmaal zullen zijn en hoe beter je leert hierop te anticiperen, hoe meer je je innerlijke rust kunt bewaken.
Onderliggende faalangst
Onderliggende faalangst is ook een veel voorkomende angst die mensen met autisme ervaren. Vaak ook lang niet altijd duidelijk, totdat je er over nadenkt en bij jezelf beseft dat je absoluut geen fouten wil maken, alles veelvuldig controleert en heel bang bent dat je iets niet goed zult doen. Faalangst gaat ook vaak samen met perfectionisme en prestatiedrang als copingmechanisme om de faalangst te verbergen. Indien je merkt dat je snel faalangstig bent, is het van belang om hieraan te werken. Zeker als je hierdoor veelvuldig piekert, alles over gaat analyseren en vermijdingsgedrag en uitstelgedrag vertoont.
Onbewuste verlatingsangst
Een wat minder bekende, maar ook voorkomende angst is onbewuste verlatingsangst. Juist omdat veel mensen met autisme veel meemaken in de onderlinge contacten met anderen, kan een terugkerend gevoel van afwijzing leiden naar een vorm van verlatingsangst. Je gaat dan nog meer je best doen om aan de voorwaarden, eisen en verwachtingen van anderen voldoen om er maar bij te horen en vertoont aanpassingsgedrag en camouflagegedrag. Je kan niet tegen de gedachte dat mensen je zullen afwijzen, verlaten of weggaan. Mensen met verlatingsangst gaan zich in de praktijk vaak heel dienstbaar opstellen om aandacht, waardering en complimenten te krijgen. Dit hebben ze nodig om het gevoel te krijgen dat ze er toch toe doen. Gebeurt dat niet, dan kan direct weer de onderliggende verlatingsangst getriggerd worden.
Onbewuste bindingsangst
Waar de één meer aan de kant van verlatingsangst zit, kan de andere persoon met autisme juist eerder bindingsangst ervaren. Zeker als iemand vrij autonoom is of juist meer eigen autonomie verlangt, veel tijd voor zichzelf nodig heeft en benauwd wordt als iemand te veel aandacht vraagt. Dit wordt mede versterkt omdat een deel van de mensen met autisme juist liever meer onafhankelijk willen zijn en blijven. Ze gaan liever nauwe relaties met anderen uit de weg, vinden het moeilijk om zich écht gevoelsmatig te verbinden en raken overprikkelt als ze veel aandacht en/of liefde moeten geven. Deze vorm van bindingsangst is vaak niet bewust, maar kan wel een rol spelen als je hechte relaties liever uit de weg gaat.
Hierdoor kan het Cassandra-effect ontstaan.
Over-analyseren en piekergedrag
We zien ook in de praktijk dat veel mensen met autisme situaties, gebeurtenissen en aankomende activiteiten veelvuldig analyseren. Dit kan vooraf aan de situatie het geval zijn, waarbij er soms hele (doem)scenario’s bedacht worden hoe een situatie zich zou kunnen volstrekken. Daarbij bestaat de kans dat je al snel in aannames en eigen gemaakte overtuigingen gaat denken. Als je hier niet voor waakt schiet je al snel in negatief doemdenken.
Gebeurtenissen en gesprekken worden ook vaak achteraf overmatig geanalyseerd. Wat heeft de ander gezegd en hoe heb ik gereageerd? Wat had ik beter kunnen zeggen of waarom heb ik bepaalde dingen niet duidelijk aangegeven? Het is niet verwonderlijk dat dit vaak leidt naar piekergedrag en kan je het ook maar moeilijk weer loslaten. Herkenbaar?
Geef een reactie